Atmen
Ook als je achttien jaar bent kan de dood dichtbij zijn. Voor de achttienjarige Oostenijker Roman Kogler geldt dat in het bijzonder. Hij zit in de jeugdgevangenis en kan door middel van een baantje (overdag buiten de poort, ‘s nachts achter slot en grendel) wennen aan het bestaan in zijn toekomstige vrijheid. Een vreemde baan kiest hij: Roman wordt medewerker bij het mortuarium van Wenen. Het team is belast met het ophalen en afleveren van de overleden inwoners van deze grote stad.
Roman is achttien jaar en heeft eigenlijk nog een heel leven voor zich. We volgen hem in de dagelijkse routine, waarbij de intensieve controle om de gevangenis weer in te komen steeds terugkeert. Romans contact met de buitenwereld wordt slechts langzaam onthuld. Het is verstild en beklemmend, maar wordt ondanks het ontbreken van actie nooit saai, de aandacht wordt steeds vastgehouden.
Als hij met een dode wordt geconfronteerd die zijn achternaam heeft, gebruikt Roman zijn nieuw verworven vrijheid om op zoek te gaan naar zijn moeder. Als kind is hij vlak na zijn geboorte al afgestaan, hij heeft geen familie, geen vrienden. Hij vindt haar ook. Dat klinkt zwaar en sober, ja, maar ‘Atmen’ is tegelijkertijd ook hoopgevend en intrigerend en daardoor een heel menselijke film.