Die göttliche Ordnung
Die göttliche Ordnung opent met heftige beelden uit het Amerika van rond 1970. Demonstraties tegen de Vietnam-oorlog en protestmarsen van feministen trekken voorbij. De wereld staat in brand. "Maar bij ons was het alsof de wereld had stilgestaan", vertelt hoofdpersoon Nora. En 'ons', dat is een klein gezapig bergdorpje in een gezapig kanton in het oh zo gezapige Zwitserland.
De Zwitserse inzending voor de Oscars vertelt het verhaal vanuit Nora's perspectief. Zij is een jonge huisvrouw met een man en twee zoons en een kalm voortkabbelend leventje. Maar bij Nora kriebelt het, ze wil meer dan dat. Eigenlijk wil ze wel solliciteren op een baantje bij een reisbureau. Maar dat valt echtgenoot Hans rauw op het dak: een vrouw met een baan, wat zal het dorp er wel niet van denken? Als ze het een tweede keer te berde durft te brengen veegt Hans haar voorstel resoluut van tafel door te melden dat hij haar als haar echtgenoot kan verbieden om te gaan werken, simpelweg omdat hij daarin gesteund wordt door de wet.
Dat had hij beter niet kunnen doen … Nora zet zich schrap, ze laat een pony knippen, koopt een strakke spijkerbroek en wordt revolutionair tegen wil en dank. U begrijpt, dat gaat niet zonder slag of stoot, de bedreigde mannen stribbelen behoorlijk tegen. Maar Nora weet uiteindelijk met een paar mede-strijdsters het dorp wakker te schudden.
En niet alleen het dorp, maar uiteindelijk heel Zwitserland gaat om. Het vrouwenkiesrecht wordt in 1971 in de wet vastgelegd. Om de gedachten te bepalen, dit was een halve eeuw na de invoering in Nederland en nog altijd een kleine 20 jaar na landen als Bhutan en Syrië …
Bovenstaand verhaal levert een hartverwarmende film op met talloze humoristische scènes. Nee, Die göttliche Ordnung is geen hemelbestormend cinematografisch meesterwerk, maar wel een heerlijke feelgood crowdpleaser. Dat dat goed is gelukt mag blijken uit het feit dat de film op het prestigieuze Tribeca Film Festival in New York de Publieksprijs in de wacht sleepte. En — ook niet kinderachtig — in september op het festival Film by the Sea in Vlissingen werd de film tweede in de Publieksverkiezing.