Sing Street
'Rock 'n roll is een risico', zegt de oudere broer van Conor Lawlor. Je kunt uitgelachen worden'. Dat weerhoudt de veertienjarige jongen er niet van om met enkele schoolgenoten een band te beginnen. Het gaat om de muziek, tuurlijk, maar ook om een meisje: Conor wil met de muziek indruk op haar maken.
Conor zit in de jaren tachtig op school in de Ierse hoofdstad Dublin. Het zit tegen: zijn ouders maken steeds ruzie en vanwege geldgebrek in het gezin verruilt hij noodgedwongen de privéschool voor een openbare en moet hij nieuwe vrienden maken. Conor is onzeker en vlucht in de muziek. Dat blijkt een stap waardoor hij uitgroeit van een onzeker buitenbeentje naar een jongeman die steeds beter weet wat hij wil.
Dat thema klinkt bekend, maar levert in het geval van 'Sing Street' een uiterst vermakelijke film op, met ook nog eens prima muziek uit die tijd. Niet alleen van The Cure, Duran Duran, The Clash, Hall & Oates en Spandau Ballet, maar ook enkele aanstekelijke nieuwe nummers, die door de klasgenoten zelf geschreven worden.
Vermakelijk, maar ook onweerstaanbaar: Sing Street is een 'feel good'-film die levensecht aanvoelt. Conor leeft zijn jongensdroom en moet, met zijn bandleden, tegenslagen overwinnen. Dat gebeurt allemaal met jonge acteurs, die perfect in het Ierse decor van de jaren tachtig passen. Het is allemaal herkenbaar en geloofwaardig. En vooral heel erg leuk.