Inside Llewyn Davis
De broers Ethan en Joel Coen hebben zich met Inside Llewyn Davis gestort op een biopic over Bob Dylan. Of toch niet? In ieder geval gaat het over een folkzanger. Verder heeft de film alle typische Coen-elementen: heerlijke, zonderlinge personages (John Goodman bijvoorbeeld als manke. verslaafde jazzpurist), enorm geestige dialogen en een schitterend authentiek neergezet tijdsbeeld.
Een beeld van een winters Amerika in 1961 dit keer. De morsige folkzanger Llewyn Davis kan zijn hoofd nauwelijks boven water houden, maar desondanks is hij vastberaden de folk scene voor altijd te veranderen met zijn eerlijke, existentiële songs. We volgen deze net-niet Bob Dylan (hé, wie komt daar tegen het einde ook nog even voorbij?) een week lang met als rode(!) draad de zoektocht naar de rode kater Ulysses. En zonder dat we echt van een groots en meeslepend plot kunnen spreken boeit de film van begin tot eind.
Llewyn is eigenlijk niet zo’n sympathieke hoofdrolspeler, hij is een beetje een klaplopende mislukkeling, steeds op zoek naar een nieuwe slaapplek bij ‘vrienden’. Maar hij wordt schitterend vertolkt door Oscar Isaac die ook nog eens alle liedjes live zong en speelde. Wij verkneukelen ons nu alweer bij het vooruitzicht op de opnamesessie met de idiote stotter-protestsong P-p-please Mr President . . .