Our Idiot Brother
Ned (Paul Rudd) is een hippie-type die altijd uitgaat van het goede in mensen. Iemand die met een onverwoestbaar optimisme altijd klaar staat om anderen te helpen. Een fantastische eigenschap, maar hij is tegelijkertijd behoorlijk naïef, en dat leidt gemakkelijk tot problemen. Een politieagent die doet alsof hij in een enorme crisis verkeert en alleen een joint nog maar verlichting kan brengen, weet Ned te verleiden hem een zakje wiet te verkopen. Stom natuurlijk. Ned draait de bak in en na zijn vrijlating heeft zijn vriendin een andere vriend en is hij zijn werk als biologische boer en onderdak kwijt.
Geen nood. Ned heeft 3 zussen waar hij zijn toevlucht kan nemen. De zussen Liz, Miranda en Natalie hebben het met werk, geld en relaties, naar het schijnt, keurig op orde. Ned, iets te onschuldig en iets te openhartig, weet de levens van zijn zussen binnen de kortste keren behoorlijk overhoop te halen. Ze kunnen het bloed van hun idiote broer wel drinken. Maar gaandeweg groeit het besef, dat ze Ned tekort doen door hem als een enorme sukkel te beschouwen. Ze komen tot het inzicht dat hun broer iemand is die tegen de klippen op wil blijven geloven in het goede van mensen en in dat geloof soms niet al te handig opereert.
“Our Idiot Brother” is geen komedie, waarvan je lachend van je stoel rolt. Het is een feelgood film zonder al te veel pretenties. Over een sympathieke hippie-boer met het hart op de goede plaats.