The Master

en vaste ‘gast’ in het Filmhuis is Paul Thomas Anderson. Terecht, want zijn films laten steevast een verbluffende indruk achter. Wie herinnert zich niet ‘There will be blood’ en ‘Magnolia’?

‘The Master’ gaat over Freddie Quill, een ex-marinier die volledig getraumatiseerd is na de Tweede Wereldoorlog en zijn seksuele driften niet in de hand weet te houden. Totdat hij plotseling Lancaster Dodd tegenkomt, een zelfverklaarde profeet en leider van een sektebeweging. Al gauw wordt Freddie niet alleen de rechterhand van Dodd maar ook zijn proefkonijn.

Het fascinerende aan The Master is niet zozeer het (alom  in de media gesuggereerde) feit dat de film gebaseerd zou zijn op het ontstaan van de Scientology Church, maar vooral dat het een psychologisch steekspel is tussen twee mannen. Je kunt je van allebei (dus niet alleen van Freddie…) afvragen of ze wel alles op een rijtje hebben.

Al bij hun eerste ontmoeting heb je het gevoel dat de twee, ondanks alle verschillen, niet zonder elkaar kunnen. Freddie ziet in Lancaster een vaderfiguur waar hij naar opkijkt en tegelijk iemand die hem voor het eerst neemt zoals hij is. Lancaster ziet in Freddie de onbezonnenheid en extravertheid die hij graag zelf wil hebben. Treffend daarbij zijn de scènes waarbij beide in de gevangenis zitten en die waar beide, als kleine kinderen, liggen te stoeien in de tuin. Fascinerend.

Verwacht